Van het aapje van Harlow dat een surrogaatmoeder van staaldraad en vacht boven een surrogaatmoeder van staaldraad met voeding verkiest, tot populaire memes op sociale media die liefdesperikelen door de lens van onveilige hechting bekijken: hechting blijft ons fascineren.
Zo graag als we de rol van hechtingsstijlen in onze romantische relaties willen verklaren, zoveel vragen blijven er bovendrijven. Wat is hechting? Waar komt het vandaan? Is het permanent of veranderlijk? Hoe ziet hechting er in consensuele non-monogamie uit?
In deze blog onderzoeken we deze vragen en nemen we stappen richting een veilig gehechte CNM relatie door.
Ontstaan van hechting
Hechting is volgens Cherry (2023) een emotionele band, met bijkomende behoeften, tussen twee personen. De meest bekende hechtingsrelaties zijn die tussen kind en opvoeder en tussen romantische partners.
Hechtingstheorie gebruikt de relatie tussen kind en opvoeder als uitgangspunt. Cherry legt uit dat de hechtingsrelatie niet alleen op overlevingscriteria als voeding en bescherming gebouwd is, maar zich door emotionele behoeften kenmerkt. Het kind verlangt naar zorg en comfort.
Meespelend in het hechtingspatroon dat iemand laat zien, is de mate van betrokkenheid en affectie waarmee er op diens behoeften wordt gereageerd (Dijkstra, 2023). Dit kan responsief, weinig responsief of wisselend responsief zijn. Volgens Dijkstra leiden interpretaties van die reacties tot overtuigingen over onszelf en anderen, met hechtingsstijl als resultaat.
Opvoeder-kind hechtingsrelatie en latere liefdesleven
Wat hebben onze vroegere hechtingspatronen met onze latere, romantische relaties te maken? Veel mensen geloven dat hoe iemand romantische relaties navigeert, een weerspiegeling is van de relatie die diegene met diens opvoeders had. Hoe zit dit?
Vele onderzoeken houden zich bezig met het effect van het initiële hechtingspatroon op gedrag en relatievorming op latere leeftijd. Samenhang en overeenkomst zijn zeker mogelijk, maar niet altijd het geval (Cherry, 2023).
Volgens Barbaro hebben mensen mogelijk twee aparte hechtingssystemen. Een voor de hechtingsrelatie tussen kind en opvoeder en een voor die tussen romantische partners (Dijkstra, 2023). De kanttekening dat hechtingspatronen veranderlijk en situatiespecifiek kunnen zijn, is belangrijk om in gedachten te houden.
Hechtingsstijlen
Bartholomew en Horowitz (1991), beschrijven vier hechtingsstijlen en hoe deze zich in volwassenen uiten.
Veilige/zekere hechting
Wie veilig gehecht is, kent een bepaalde rust in relatie met zichzelf en anderen. Men voelt zich de liefde waard en gaat ervan uit door anderen geaccepteerd te worden en responsieve reacties te krijgen op hun behoeften. Iemand die veilig gehecht is, is comfortabel met intimiteit en ziet zichzelf daarnaast als autonoom.
Angstig-gepreoccupeerde hechting
Wie angstig-gepreoccupeerd gehecht is, zit met een bepaalde bewijsdrang naar zichzelf. Men voelt zich de liefde niet waard en streeft ernaar door anderen geaccepteerd te worden, zodat men zichzelf kan accepteren. Onrust is kenmerkend voor deze hechtingsstijl.
Angstig-vermijdende hechting
Wie angstig-vermijdend gehecht is, kent angst voor intimiteit. Men voelt zich de liefde niet waard en gaat hechte relaties uit de weg. Achter deze hechtingsstijl zit een zelfbeschermingsmechanisme. Als je een ander al hebt afgewezen, kan die jou immers niet meer afwijzen.
Afwijzend-vermijdende hechting
Wie afwijzend-vermijdend gehecht is, gaat teleurstelling uit de weg. Men voelt zich de liefde waard, maar vermijdt hechte relaties. Iemand met deze hechtingsstijl voelt zich graag onafhankelijk, stelt zich liever niet kwetsbaar op en wijst intimiteit af.
Dimensies van hechting
Dijkstra (2023) kaart aan dat er tegenwoordig meer over dimensies dan over hechtingsstijlen gesproken wordt. Iedereen kan zich daarbinnen op een andere plek bevinden. Zo kan een specifiek hechtingspatroon dus met meer nuance in kaart gebracht worden.
De eerste dimensie is die van hechtingsangst. Denk hierbij aan de angst niet gewaardeerd of geliefd te worden en de angst om afgewezen of verlaten te worden. De tweede dimensie is die van vermijding van intimiteit. Denk hierbij aan het niet prettig voelen bij emotionele intimiteit en niet van anderen afhankelijk willen zijn.
CNM: verrijking of hechtingsprobleem?
De bevindingen van Wood et al. (2021) schetsen een positief beeld van wat men motiveert om consensuele non-monogame relaties aan te gaan. De redenen hiervoor worden onderverdeeld in de volgende categorieën: autonomie, overtuiging en waardesystemen, relationaliteit, seksualiteit, groei en expansie en pragmatisme.
Helaas worden veel aannames gedaan over wat men motiveert om consensuele non-monogame relaties aan te gaan, en veel van deze aannames hebben met hechting te maken. Mensen zouden onveilig gehecht zijn, bindingsangst hebben, relaties minder serieus nemen of relatieproblemen hebben, enzovoort, enzovoort.
Ook psychologen en therapeuten hebben hun eigen referentiekader. Professionals die zich niet in non-monogamie verdiept hebben, gaan er regelmatig onterecht vanuit dat CNM-relaties uit hechtingsproblematiek voortkomen. Dit is een vertekend en stigmatiserend beeld. Het zorgt ervoor dat veel non-monogame mensen zich in de spreekkamer onbegrepen voelen.
Kauppi (2021, p. 26) benadrukt in haar boek voor clinici dat onderzoek naar polyamoureuze mensen keer op keer een soortgelijke hoeveelheid van vertrouwen, tevredenheid, toewijding en mentale gezondheid als bij de ‘normale’ bevolking laat zien.
Moeten we dan helemaal van hechting af?
Suzanne vraagt zich af waarom ultieme vrijheid en binding elkaar in de ogen van sommigen uitsluiten. Hierover zegt ze:
“In de spirituele scene zie je vaak de boodschap voorbij komen dat attached zijn uit een plek van angst komt en dat loskomen van attachment de ultieme vrijheid is. […] Niet attached zijn is een illusie nastreven. En daarmee een perfecte formule voor constante zelfafwijzing.”
Check deze post voor meer hierover.
Richting een veilig gehechte relatie
Suzanne deelt een aantal tips en reminders voor een veilige hechting binnen een relatie:
- Communiceer verwachtingen.
- Stel je betrouwbaar en consistent op.
- Wees emotioneel beschikbaar en responsief.
- Maak onderscheid tussen basis-neigingen en die in stressvolle situaties.
- Onthoud dat hechtingsstijl er in iedere relatie anders uit kan zien.
- Onderzoek de behoeften achter gedachten en gedragingen.
- Signaleer veranderende hechtingsbehoeften en relationele behoeften en maak deze bespreekbaar.
De HEARTS van Jessica Fern
Hoe ga je van onveilige hechting naar veilige hechting, ook wel polysecure? Jessica Fern geeft praktische toepassing van hechtingstheorie binnen non-monogame relaties. Gebruik het HEARTS-model als uitgangspunt (Fern, 2020, pp. 173-196).
Here
(emotionele beschikbaarheid, responsiviteit en simpelweg: aanwezigheid)
Expressed delight
(waardering van iemands zijn en doen, laten zien waarom je iemand blijft kiezen)
Attunement
(elkaars perspectief en ervaring leren kennen, empathie)
Rituals and Routines
(weten wat te verwachten, relatie-specifieke rites of passage en omgang)
Turning Towards After Conflict
(acceptatie flow tussen harmonie en disharmonie, gelijk bewijzen opgeven, richting begrip)
Secure Attachment with Self
(interne heling als prioriteit, van je partner naar jezelf als bron voor behoeftevervulling)
Veilige hechting binnen hiërarchische non-monogamie
Mocht er binnen een non-monogame constructie sprake zijn van hiërarchie, zorg er dan voor dat voor alle partijen duidelijk is hoe dit eruit ziet. Waar iemand zich in de hiërarchie bevindt, kan namelijk effect hebben op hoe veilig gehecht iemand zich in de relatie voelt. Jaloezie is dan ook niet zo gek.
Secundaire partners worden doorgaans net wat meer door hechtingsvermijding en hechtingsangsten geraakt, en hebben net wat minder zekere hechtingsrelaties (Flicker et al., 2021; Moors et al., 2019). Flicker et al. vermoeden dat dit met kwesties als couple privilige en verdeling van commitment, tijd en dergelijke te maken heeft.
Weet als mogelijke secundaire partner dus waar je aan begint en ga na in hoeverre hechtingsbehoeften en relationele behoeften beantwoord kunnen worden. Mocht je een secundaire relatie overwegen, communiceer dan wat je wel of niet kunt bieden. Maak afspraken. Kom elkaar zoveel mogelijk tegemoet.
Concluderend
Een hechtingsrelatie is een emotionele band tussen twee mensen, met bijkomende hechtingsbehoeften en relationele behoeften. Een hechtingspatroon hoeft niet permanent te zijn en kan per relatie verschillen. Door gedachten en gedragingen te onderzoeken, pijnpunten en verlangens te bespreken en afspraken te maken, kan iedereen stappen zetten richting een veilig gehechte relatie.
Literatuurlijst
Cherry, K. (2023, 22 februari). What is Attachment Theory? The Importance of Early Emotional Bonds. Very Well Mind. Geraadpleegd op 6 september 2023, van https://www.verywellmind.com/what-is-attachment-theory-2795337
Dijkstra, P. (2023). Sociale psychologie (3e herziene druk). Boom.
Fern, J. (2020). Polysecure. Thorntree Press.
Flicker, S., Sancier-Barbosa, F., Moors, A., & Browne, L. (2021). A Closer Look at Relationship Structures: Relationship Satisfaction and Attachment Among People Who Practice Hierarchical and Non-Hierarchical Polyamory. Archives of Sexual Behavior, 50(4), 1401-1417. https://doi.org/10.1007/s10508-020-01875-9
Kauppi, M. (2021). Polyamory: A Clinical Toolkit for Therapists (and Their Clients). Rowman & Littlefield.
Moors, A. C., Ryan, W., & Chopik, W. J. (2019). Multiple Loves: The Effects of Attachment with Multiple Concurrent Romantic Partners on Relational Functioning. Personality and Individual Differences, 147, 102-110. https://doi.org/10.1016/j.paid.2019.04.023
Wood, J., De Santis, C., Desmarais, S., & Milhausen, R. (2021). Motivations for Engaging in Consensually Non-Monogamous Relationships. Archives of Sexual Behavior, 50(4), 1253-1272. https://doi.org/10.1007/s10508-020-01873-x