De wereld van de non-monogamie heeft zo zijn eigen vocabulaire. Zodra je je gaat verdiepen in non-monogamie en relaties zul je waarschijnlijk veel nieuwe woorden en begrippen tegenkomen.Een aantal belangrijke en veelgebruikte termen zijn hieronder voor je op een rijtje gezet en kort uitgelegd.
Anchor partner: Een partner die je als centraal figuur in je leven beschouwt. Een rots om op te leunen, een partner die een gevoel van veiligheid en zekerheid geeft. Deze term wordt vooral gebruikt in niet-hiërarchische relaties.
Attachment: ook wel ‘hechting.’ Hechting verwijst naar de emotionele band die mensen met elkaar hebben, vaak gebaseerd op de hechtingstheorie. De hechtingstheorie legt de nadruk op de vroege banden die gevormd worden tussen kinderen en hun verzorgers, en hoe deze banden de basis vormen voor latere relaties. Er zijn verschillende hechtingsstijlen: veilig, veilig-vermijdend, angstig of een gedesorganiseerde hechtingsstijl.
Attachment-based partner: een persoon in je leven waarbij je terecht kan voor attachment gerelateerde behoeften. Twee onderdelen hiervan zijn een veilige haven voor elkaar zijn (kan ik bij je terecht als ik het nodig heb?) en een veilige/vaste basis zijn voor elkaar (een plek om bij terug te komen en elkaar te supporten in het leven).
Autonomie (in relaties): het behoud van onafhankelijkheid en zelfbeschikking in relaties. Autonoom zijn gaat over het recht en de vrijheid om je eigen keuzes te maken en het vermogen om verantwoordelijkheid te nemen voor je eigen beslissingen.
Check-in: een moment waarop partners bij elkaar inchecken om de relatie of elkaars emotionele staat te bespreken. Een kenmerk van een check-in is dat er niet direct op elkaar gereageerd wordt, maar dat er ruimte wordt gemaakt voor de persoon die aan het woord is.
Commitment: de bereidheid om tijd en moeite in een relatie te investeren, wat bijdraagt aan stabiliteit, diepgang en een gevoel van veiligheid binnen de relatie.
Communicatie: Communicatie is de poging een boodschap over te brengen aan een ander. Dit kan zowel verbaal als non-verbaal. Mis-communicatie zit vaak in interpretatieverschillen van het bedoelde en hoe het overkomt. Eerlijke en open communicatie wordt vaak als een grote voorspeller genoemd als het succes van open of polyamoreuze relaties.
Compersie: wanneer je een gevoel van blijheid of geluk ervaart omdat je partner zich gelukkig voelt met een andere partner. Het wordt vaak gezien als het tegenovergestelde van jaloezie.
Emotionele exclusiviteit: emotionele exclusiviteit verwijst naar het exclusief delen van een emotionele (romantische) verbinding met één partner. In de praktijk betekent dit vaak dat een stel wel seks mag hebben met andere personen, maar geen emotionele relatie met andere partners mag aangaan.
Grenzen: Grenzen zijn duidelijke, persoonlijke richtlijnen die aangeven wat wel en niet acceptabel is gericht op jou als persoon. Grenzen zijn ten alle tijden persoonlijk, veranderbaar over tijd en kunnen zowel op fysieke als emotionele aspecten zitten.
Jaloezie: een gevoel van jaloezie wordt meestal veroorzaakt door de overtuiging dat je niet genoeg krijgt of dat anderen meer krijgen dan jij. Het is een mengeling van verdriet, onzekerheid en boosheid.
Love language: een love language is de belangrijkste manier waarop iemand affectie en liefde uit en ontvangt. Tot voor kort waren er 5 liefdestalen, maar recent onderzoek van Truity heeft er 7 geïdentificeerd: Activity, Appreciation, Emotional, Financial, Intellectual, Physical en Practical.
Non-violent communication: non-violent communication (geweldloze communicatie) is een communicatiemethode die zich richt op empathie en effectieve gespreksvoering zonder geweld. De methode omvat vier componenten: waarneming zonder oordeel, het benoemen van gevoelens, het identificeren van behoeften en het formuleren van concrete verzoeken.
Metamour: een partner/geliefde van je partner. Een persoon met wie je zelf geen romantische relatie hebt.
Nesting partner: een partner waarmee je samenwoont. De relatie wordt vaak gekenmerkt door gedeelde verantwoordelijkheden, zoals huisvesting en financiën.
Radical honesty: een manier van communiceren waarbij je oprecht, echt en alles inbrengt wat je denkt, opmerkt en ervaart. Met het doel dat het uiteindelijk leidt naar diepere en echte verbinding.
Regels: Regels zijn afspraken die je samen maakt. Naast praktische regels, kunnen ze de functie hebben om een tijdelijke container te bieden van veiligheid binnen de relatie. In de praktijk merk je vaak dat er harde/gesloten en zachte/open grenzen en regels zijn – dat is iets wat ik met mijn cliënten bespreek en help onderzoeken. In de praktijk zie je dat deze vaak in de loop van de tijd wat losser en minder rigide worden bij het open van een relatie.
Relatiecontract: een relatiecontract is een expliciete overeenkomst tussen partners over de verwachtingen, grenzen en regels van hun relatie.
Rites of passage: (‘overgangsrituelen’) zijn belangrijke gebeurtenissen in een relatie (zoals de eerste keer samen slapen, de eerste keer seks of de eerste vakantie). Deze gebeurtenis markeert een nieuwe vorm van intimiteit binnen de relatie.
Seksuele exclusiviteit: seksuele exclusiviteit verwijst naar het exclusief delen van seksuele activiteiten met één partner.
Trigger: een trigger is een stimulus die sterke emoties of reacties kan oproepen vanwege een associatie met een vroegere ervaring, vaak is deze negatief of traumatisch. Een trigger kan bijvoorbeeld een woord, een beeld of een gebeurtenis zijn.
Vormen van intimiteit: de verschillende manieren waarop mensen verbindingen met elkaar aangaan. Je hebt bijvoorbeeld emotionele, fysieke, intellectuele, psychologische, sociale en spirituele intimiteit.
Wheel of consent: the Wheel of consent is een model waarmee je kunt werken om grenzen en verlangens binnen een intieme of seksuele relatie te onderzoeken. Het benadrukt vier kernrollen: geven, ontvangen, nemen en toestaan. Deze rollen laten je nadenken over hoe toestemming werkt en hoe grenzen en wensen gecommuniceerd kunnen worden.
Zelfcompassie: het vermogen om mild en begripvol voor jezelf te zijn… zelfs in uitdagende situaties of op momenten dat je jezelf niet van de mooiste kant laat zien.
Zelf differentiatie: het vermogen om een individueel zelfbeeld te behouden in een relatie, zonder volledig op te gaan in de identiteit van de ander. Als je zelf-gedifferentieerd bent, kan je handelen uit eigen waarden en kan je goed bij jezelf blijven.
Zelfregulatie (in relaties): zelfregulatie betekent dat iemand zelfbewust is, eigen grenzen kent en in staat is om eigen emoties en behoeften te beheersen, zonder volledig afhankelijk te zijn van een partner. Het draait om zelfstandigheid, communicatie en het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen welzijn binnen relaties.